- mee
- {{mee}}{{/term}}1 [samen weg] 〈zie voorbeelden 1〉2 [in iemands voordeel] 〈zie voorbeelden 2〉3 [bijwoordelijke vorm van met] 〈zie voorbeelden 3〉4 [in dezelfde richting] with ⇒ along♦voorbeelden:1 kan ik ook mee? • can I come too?hij wil met ons mee • he wants to go with us2 hij heeft zijn uiterlijk mee • he has his looks going for himhij heeft ook alles mee • he has got every advantagehet zit hem niet mee • things are not going his way, he's not having much luck3 het kan er mee door • it's all right, it'll doergens te vroeg/laat mee komen • be too early/late with something4 met de klok mee • clockwise¶ dat kan nog jaren mee • that will last/do for years
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.